Geen bijzondere bijstand voor kweek eigen wietplanten

De inwoner van Lisse die een beroep deed op bijzondere bijstand voor een thuiskweekinstallatie voor medicinale cannabis, heeft ongelijk gekregen van de Centrale Raad van Beroep (CRvB). Hiermee wordt een eerdere uitspraak van de rechtbank Den Haag tenietgedaan. Dat is te lezen op de website Binnenlands Bestuur.

De aanvrager, een inwoner van het Zuid-Hollandse Lisse, had bij de gemeente een verzoek ingediend voor bijzondere bijstand van ruim 4.800 euro om een eigen cannabis kweekinstallatie te financieren. De man lijdt aan zowel lichamelijke als psychische klachten die volgens artsen verlicht kunnen worden met cannabis. Hoewel hij medicinale cannabis op recept kan verkrijgen, beweert hij dat deze niet effectief genoeg is.

De aanvraag voor bijzondere bijstand werd door de gemeente afgewezen omdat het kweken van cannabis in strijd is met de Opiumwet. Daarbij gaf de gemeente aan dat het zelf kweken van cannabis niet wordt gedoogd door de burgemeester en dat er volgens de gemeente geen sprake was van een zeer dringende reden om het verzoek in te willigen. Bovendien is de vergoeding voor medicinale cannabis geregeld via de Zorgverzekeringswet, en niet via de gemeente.

Ondanks dat de rechtbank Den Haag aanvankelijk de kant van de aanvrager koos, is de beslissing in hoger beroep door de CRvB omgekeerd. De Centrale Raad oordeelde dat het kweken van cannabis thuis een strafbaar feit is, gezien het verbod in de Opiumwet en het feit dat er geen ontheffing door de minister van Volksgezondheid, Welzijn en Sport is verleend.

De uitspraak van de CRvB benadrukte dat de gemeente niet gevraagd kan worden om bijzondere bijstand te verlenen voor activiteiten die strafbaar zijn. Dit zou de gemeente medeplichtig maken aan een misdrijf. De overige argumenten die tijdens de zaak werden aangevoerd, waren voor de CRvB niet meer van belang om te behandelen.